Het observeren van vogels (vogelen, birdwatchting, birdspotting) is hot. Wat ooit begon als een onschuldige natuurbeleving is uitgegroeid tot een verbeten jacht op bijzondere en/of zeldzame exemplaren. Voorzien van de laatste snufjes op fotogebied doorkruist de moderne vogelaar de ganse wereld, op zoek naar ‘lifers’.
In de nrc.next van 2 november 2016 citeert Kester Freriks de Amerikaanse schrijver Mark Obmascik: “Alleen oude vrijsters en gepensioneerde Engelse kolonels wachten tot de vogels naar hen toekomen, de hedendaagse vogelaar zoekt de vogels op”.
De moderne vogelaar is ruim voorzien van hulpmiddelen als lokstoffen, fluitjes, geluiddragers met vogelgeluiden, laserpennen en dergelijke. En het blijft niet bij kunstfluitjes en mp3-spelers. We kennen geprepareerde boomtakken om ijsvogels beter in beeld te krijgen. Gidsen schromen niet om broedende vogels te tonen door het dak van nestkastjes op te lichten. Er wordt met stokken rond de openingen van nestkasten geslagen. Ik heb meegemaakt dat een auerhaan door een gids van zijn nest werd gejaagd om de groep toeristen het gedrag van een woedende vogel als digitale jachttrophee te offreren. Ethische vogelaars vinden dat daarmee een grens wordt overschreden.
Het heeft iets van postzegels verzamelen. Alleen heten de zeldzame en begerenswaardige exemplaren niet Penny black of Kaapse driehoek maar woestijntapuit of stekelstaartgierzwaluw. Bij de bevlogen filatelist kan nog wel eens een moordlustige neiging opborrelen bij het zien van andermans kostbare verzameling. Onder ornithologen ben ik dat nog niet tegengekomen. Wel weet ik wat je zou kunnen doen als je een gloeiende hekel aan je buurman hebt. Je meldt op waarneming.nl dat in de tuin van je buren een bergheggemus of een steppekiekendief is neergestreken. Binnen twee uur vertrappen driehonderd vogelaars uit Nederland en omstreken zijn rabarber en zijn asperges.