Dertig jaar geleden, in de trein naar Schiphol. De bejaarde dame tegenover mij is benieuwd waar die grote koffer naar toe gaat. Als ze Moskou hoort, veert ze op. Zelf reist ze niet zo veel meer (ze is tenslotte 83 jaar) maar Moskou, daar is ze vaak geweest. Zeer de moeite waard maar wel met één groot bezwaar.
Het is verbazend moeilijk om een cadeautje voor het thuisfront te vinden. Daarom heeft ze een tip: koop lingerie voor uw vrouw; dat is niet al te duur en van bijzonder goede kwaliteit. Verder vindt ze dat ik verbazend veel gelijkenis vertoon met Toulouse-Lautrec.
Die laatste opmerking zal eerder verband houden met het vorige onderwerp dan met mijn fysieke voorkomen, overweeg ik in stilte. Ik ben niet groot en mijn baard is zwart maar mijn fontanel is gesloten, dus ik draag geen hoed en ik loop ook niet mank. Enfin, wie ben ik om dames van 83 tegen te spreken?
Dat ik op een bepaalde persoon lijk, hoor ik wel vaker. Twintig jaar geleden– mijn lichaamslengte onveranderd en mijn baard vijftig tinten grijzer – was ik de look-alike van Alexander Pola. Na zijn dood werd hij opgevolgd door Han Reiziger. Na diens dood bleef het opmerkelijk rustig aan het vergelijkingsfront. Maar op dit moment ben ik weer overduidelijk voorwerp van aandachtige beschouwing. Op wie lijk ik nu weer?
Sinds een paar weken weet ik het. Ik ben een van de Baardmannetjes. Dat is een natuurprogramma, wat zeg ik, een vogelprogramma van de omroep MAX. Hans Dorrestijn zul je bedoelen, zeg ik dan. Ja die, niet die andere. Niet Nico de Haan bedoel je, zeg ik. Ja, niet die. Je bedoelt: nee, niet die. Dat zei ik toch. Weet je wat, laat maar.
Lijken op Hans Dorrestijn, dat is – zij het met moeite – overkomelijk. Maar om in één zin genoemd te worden met dat programma, dat riekt naar smaad, naar laster, naar opzettelijke belediging. Zo’n infantiel format, zo’n magere inhoud, zulke abominabele acteurs, zo’n voorspelbare niksigheid … je kunt nog beter lid worden van die omroep dan naar dat programma kijken. Of nog beter: lingerie kopen in Moskou.