In de supermarkt bij de afdeling fruit. De man is naar schatting 65 jaar, gezond, gemiddelde lengte, blauwe ogen in een gebruind gezicht. Ik ken hem niet maar dat zegt niks. Zijn vrouw (partner? vriendin? – wie zal het zeggen?) heeft het briefje met de boodschappen en staat al bij de melkproducten.
De man pakt een paar Hollandse Kersen uit het schap en stopt ze in zijn mond. Zo te zien smaken ze goed. Maar waar laat je de pitten en de steeltjes? De fruitafdeling, ik zei het al. Zo’n plastic rol met afscheurbare zakjes. Hij pakt een doorzichtig zakje en peutert de opening tevoorschijn. De steeltjes gaan erin, de pitten worden erbij gespuugd en het zakje wordt opgevouwen tot een klein opaque pakje.
Spannend! Gaat het in zijn jaszak of gaat hij de afvalemmer gebruiken? Hij tilt een zak bananen op, deponeert het pakje en legt de bananen zorgvuldig terug.
Briljante scène, kan zo in een moderne literaire thriller. Neurotische hoofdinspecteur met bindingsangst en een onbedwingbare hang naar subtropisch fruit laat een vreemd pakje onderzoeken op DNA-sporen en wordt feilloos de verkeerde kant opgestuurd. Man, 65 jaar, blauwe ogen in een gebruind gezicht wordt gearresteerd. De buurvrouw had dat altijd al gedacht. Dan blijkt op bladzijde 210 dat het pakje toch geen onderdeel uitmaakt van het mysterie. Het onderzoek verplaatst zich naar de Azoren.
Spoiler alert: de butler heeft het gedaan.