Het kabinet stelt eenmalig ruim 7 miljard Euro beschikbaar om de Coronaschade voor de onderwijssector te verlichten.
Nu is het onderwijs dezer dagen een droevige aangelegenheid vanwege het wegvallen van de sociale dimensie: leerlingen zien elkaar niet meer en dat geldt ook voor het leraar-leerling contact.
Helaas. Die zak met geld zal dat probleem natuurlijk niet kunnen oplossen.
En de andere problemen van het onderwijs (lage salariëring en gebrek aan leerkrachten) kun je alleen met structurele middelen oplossen.
Kortom, het kabinet denkt weg te komen met een fopspeen.
In het noordoostelijk deel van Nederland is ook sprake van een droevige aangelegenheid. De bevingsschade. Dáár had die 7 miljard terecht moeten komen. Gewoon evenredig verdelen onder de slachtoffers. Die weten daar wél raad mee.
Maar het kabinet prefereert om in dit geval de miljarden te verpatsen aan deskundigen, juristen, managers, commissies, coördinatoren, onderzoekers, rapporteurs, andere deskundigen, andere juristen, nieuwe managers, et cetera ad nauseam.,