Van de kievit is bekend dat hij een repertoire aan gedragingen heeft om de precieze ligging van het nest te verdoezelen.
Hij zal bijvoorbeeld bij onraad niet in een rechte lijn boven het nest vliegen maar een aantal controlevluchten maken vanuit variabele richtingen. Ervaren vogelaars en/of eierzoekers weten dan dat het nest zich bevindt in de driehoek van de kruisende lijnen, en die kievit weet niet dat wij dat weten.
Als je al dan niet per ongeluk te dichtbij komt kan het gebeuren dat je een ogenschijnlijk zielige, ernstig gewonde kievit aantreft die zich hinkend en onhandig fladderend met één vleugel naar de periferie van het weiland begeeft. Dus als je uit bent op het eerste kievitsei dan kun je in zo’n geval beter in de tegenovergestelde richting lopen.
Wat mij niet bekend was, is dat ook de vink een ongemak kan simuleren. Ik ontdekte dat bij toeval toen ik voor een opname van boerenzwaluwen steun zocht bij een waterput. Dat vond een vink kennelijk zo onplezierig dat hij uitdrukkelijk mijn aandacht begon te vragen. Hij liep scheef over de rand, aanvankelijk met een slepende vleugel en iets later – toen ik mijn camera had ingesteld – meer rechtop.
Het nestje zat in een struik aan de rechterkant, vandaar de vlucht naar links.