Hagelwit. Dat woord gebruikt Koos van Zomeren als hij het heeft over de Kleine Zwaan.
Witter dan het wit van de Knobbelzwaan, vindt hij. En hij noemt ze argwanend. Ze lopen gewoon van je weg als je dichterbij komt.
Ik had dus alle geluk van de wereld toen ik een bedaard troepje voor de lens kreeg. Ezumakeeg, dat prachtige vogelrijke gebied aan de Westkant van het Lauwersmeer, daar gebeurde het. Een stuk of vijftien, bivakkerend op de grens van ijs en water, zeer genegen om zich te laten filmen. Mooi tempo, alsof ze het tweede deel van de Italiaanse Symfonie van Mendelssohn – Andante con moto – in hun kop hadden. Tweeënveertig seconden bewegende beelden op de eerste lentedag in maart.