‘Hoe gaat dat eigenlijk met zo’n keukenwekker?’ dacht Spruitjes zich noemende en schrijvende Venkel terwijl hij nauwgezet zijn levensvriendin Zevende Geitje langs de divan manoeuvreerde.
‘Wat ik van die senioren-slowfox niet begrijp,’ zei zijn danspartner, ‘is of je je linkerbeen nu wel of niet twee keer achter je standbeen moet plaatsen.’
‘Pas op met het woordje “je’, zei SznsV galant, ‘het is jouw linkerbeen en het is mijn standbeen.’
‘Dat zei ik toch’, sprak Zevende Geitje stralend, ‘dan had ik het dus toch goed.’ Haar pirouette eindigde horizontaal en ruisend naast de bureaustoel met het veilige vijf-wielen-onderstel.
‘Jullie kunnen beter de senioren-quickstep oefenen want oudjes hebben vaak moeite met stilstaan’, zei Het Verlegen Nachtegaaltje. ‘Ik wurg je nog eens met mijn blote handen’, siste SznsV woedend, waarop Zevende Geitje in huilen uitbarstte. Zij dacht dat SznsV tegen haar sprak.
SznsV op zijn beurt wist niet dat zij dat dacht (zo lang waren zij nog niet bij elkaar). Bovendien was hij met zijn gedachten bij de keukenwekker want hij begreep niet hoe een keukenwekker een bom kon laten ontploffen. Enfin, misschien moest hij dat maar eens met zijn vriend Hoofdpijn bespreken.