Ester Naomi Perquin, Dichter des Vaderlands van 2017 – 2019, heeft slecht geslapen en klikt nog voor zonsopgang haar mail open.
Een uitnodiging om een datum te noemen voor een gesprek over “het precieze traject van het project (…) vanwege ontwikkelingen in de communicatiestrategie”. Ze háát die woorden en die begrippen. Dat wil ze niet, in ieder geval niet op dit moment, straks misschien, na nog meer “koffie, als de ongeadresseerde weerzin weer tot gepaste zelfhaat is teruggevouwen (…) Tot die tijd onttrek ik mij aan wat ik ontegenzeggelijk ben: de hoofdgast in mijn eigen ochtendprogramma, wachtend op de begintune, lichtelijk glanzend, tot alles bereid”.
Perquin heeft de gewoonte om haar column in DE GROENE AMSTERDAMMER te adstrueren met een gedicht van een collega. Dat is deze keer (15 juli 2021) Rodaan Al Galidi, Irakees van geboorte, vluchteling, sinds 2007 officieel in Nederland, met een verbijsterend lange lijst proza, poëzie, prijzen, nominaties. en onderscheidingen. Het is een gedicht uit Koelkastlicht (2016).
VERGADERING
Waarheen gaat de Nederlander?
Naar een vergadering.
Waar komt hij vandaan?
Van een vergadering.
(…)
De vergadering
is de vergadering van de Nederlander
met de vergadering.