Een kleine ooievaar, zo zie ik de scholekster. Echte vogelaars vinden dat natuurlijk maar niks. Dat kun je toch onmiddellijk zien, zeggen ze. Maar ja, die kleuren. En die snavel.
Bedreigd, dat ook. Kenner Bert Dijkstra van Landschapsbeheer Drenthe verwachtte in 2015 dat de scholekster binnen tien jaar op het platteland zou uitsterven (in: Caspar Janssen – In de ban van.het beest). Maar zo nu en dan heb ik redenen om te hopen dat hier een pessimist aan het woord was.
Mosselen, dat is hun hoofdmaaltijd. Scholeksters kennen twee methoden om die mosselen te verschalken, de brute of de verfijnde kracht. De mosselschelp hameren en verbrijzelen met een stompe snavel is één manier maar wrikken met een spitse snavel om de sluitspier van de schelp door te zagen is meer profijtelijk.
Aan de schelp (een kalkskelet bestaande uit twee schalen of schollen) dankt de scholekster voor de helft zijn naam. De andere helft verwijst eenvoudigweg via het zwart-witte verenpak naar de ekster.
Scholeksters tref je soms gepaard en soms in het gezelschap van andere wad- en weidevogels zoals tureluur, kokmeeuw, kievit, visdief en goudplevier. De beelden zijn opgenomen tussen 2019 en 2021 op verschillende plekken aan de Noord-Nederlandse kust. De luidruchtige balts vindt plaats op het dak van de buren.