Een Zuid-Afrikaanse middenafstand-loopster die heel hard kan lopen heeft een hoog gehalte van een of ander stofje in haar bloed. De veronderstelling is dat zij daardoor sneller kan lopen dan atleten die niet zoveel van dat stofje bezitten.
Dat geloof ik graag. Hetzelfde is het geval met beenlengte. Ik persoonlijk ren me rot bij een doodgewone wandeling met mijn vriend van 2.02 meter. En tennissers met een bovengemiddelde lichaamslengte zijn uiteraard ook in het voordeel. Daar hoor je eigenlijk nooit iemand over klagen. Maar bij die Zuid-Afrikaanse atlete klaagt de concurrentie steen en been en daarom moet zij nu hormonen slikken die haar hoog uitvallende metingen naar beneden zullen bijstellen.
Dat is natuurlijk van de zotte. In de eerste plaats omdat niemand weet wat die hormonen op korte en lange termijn teweeg zullen brengen. De ervaringen met gewichtheffers en andere krachtsporters stemmen niet hoopvol en waren we trouwens niet tegen doping?
Het tweede bezwaar is principieel. Het gaat nu om stofje A dat te hoog is. Maar morgen wordt stofje B ontdekt en overmorgen stofje C et cetera ad nauseam. Al die ontdekkingen zullen leiden tot ingrepen en egaliserende maatregelen. In no time krijgen de sintelbanen (of hoe ze tegenwoordig ook mogen heten) een tsunami van mismaakte producten te verwerken, afkomstig uit de vuilstort van het chemisch-farmaceutisch complex dat wij sportgeneeskunde noemen.
Niet doen dus. Er is een eenvoudige oplossing. Die Zuid-Afrikaanse heeft naar schatting 5% voordeel van haar nadeel. Nou, dan geven we haar een handicap ter grootte van haar voordeel. Zij moet voortaan niet 800 meter lopen maar 840 meter.
PS
En dat lengteverschil bij tennis is ook een fluitje van een cent door een systeem van variabele nethoogte te monteren. Ik heb dat in mijn toneelstuk Vooruit met ferme pas! in extenso beschreven. Net als trouwens het probleem van rechtsbenige versus linksbenige schaatsers. Eventuele voordelen die uit dat verschil voortvloeien zijn te neutraliseren door schaatsers geen rondjes te laten rijden maar achtjes. Denk daar maar even over na.