150408 Schol in de bek

C. Buddingh’ en ik komen in ieder geval hierin overeen dat zijn en mijn Significant Other (ik ontleen deze term aan de Amerikaanse oncologische literatuur) dezelfde naam dragen.
Dus toen in 1968 het Algemeen Handelsblad een dichtwedstrijd uitschreef onder het motto Ode aan de Mode, en daarbij de keuze gaf tussen de stijlen van Buddingh’, Omar Khyam en Achterberg, toen was de keuze snel gemaakt.

Ik stuurde het volgende gedicht in:

Ode aan de Mode

is ’t rode in de mode
en ’t knoerpt en kneipt te pleure
dan komt wat ik bromt
m’n liefje nu moet je niet zeure.
en:
is ’t blauwe in de mouwe
en ’t zwemt en zwamt te klere
dan is ’t naar ik gist
m’n liefje ik min je zo zere.
maar:
is ’t zwarte op de marte
dat breest en broest te vrate
dan weent naar ik meent
m’n liefje, ach laat ze maar prate

(dat had Stientje niet gedacht)

Honderdvijftig gulden won ik ermee, bijna het dubbele van mijn weekloon. Van het geld kocht ik enkele super8-filmrolletjes waarmee ik mijn eerste film schoot: onze kat die met een grote schol in de bek over de schutting klautert.